Amsterdam Zuidoost is al decennia lang het voorbeeld van hoe bewegingen verlopen in het domein sport en bewegen. Wat zich in Zuidoost begin deze eeuw openbaarde, wordt nu zichtbaar in meer landelijke gemeenten. Een achterstand die zich vertaald heeft naar een voorsprong. Al veel eerder zoekt Zuidoost, veelal uit nood geboren, naar oplossingen voor zaken als vrijwilligerstekort, financiële zorgen, talentontwikkeling, samenwerking en met name ook ontbreken van organisatiekracht bij de sportaanbieders. Eerder was er al een atletiekvereniging die herrezen is (het ter ziele gegane av Bijlmer werd av Feniks). Met al de plannen die nu lopen zoals het Ambitieplan Zuidoost, nieuwe sportaccommodatie en clubs die nadenken over hun vervolg, is duidelijk: Zuidoost bereid zich voor op de toekomst.
Zo was Zuidoost reeds in 2008 een proeftuin voor de gemeente Amsterdam met het project Nieuwe Arrangementen voor de inzet van combifunctionarissen (huidige buurtsportcoach). Een in Zuidoost zeer succesvol project waarbij de combifunctionaris niet alleen een verbinding wist te leggen met een basisschool, maar ook succesvol een jeugdafdeling met bijbehorende organisatie wist op te tuigen bij een voetbalvereniging in Zuidoost.
Uiteraard waren niet alle pilots een succes. Het KNVB-programma ‘Tijd voor Sport’ wist ruim 60 nieuwe jeugdige leden naar een voetbalclub in Zuidoost te leiden, maar nadat de bijdrage van de KNVB (een professionele trainer) werd gestopt, stortte dit als een kaartenhuis uiteen. Probleem was dat er geen nieuwe begeleiding gevonden was om de jongeren te begeleiden.
Continuïteit bleek en is nog steeds een belangrijk iets. Zo was er een vergelijkbaar issue bij een andere voetbalvereniging (hartje Bijlmer Sportpark). Na de nodige inspanningen was het gelukt om een meidenvoetbalteam op te richten met 14 dames. Coach en trainer was een buurtsportcoach. Buurtsportcoaches worden centraal binnen de gemeente ingesteld en op een vereniging of beter project gezet. Na het herplaatsen van deze buurtsportcoach naar Nieuw West (voor een tafeltennisproject) stortte het damesteam uiteen en was er van meidenvoetbal in het Bijlmer Sportpark geen sprake meer. In de wetenschap dat veel energie nodig is om juist meisjes in de doelgroep 12-18 jaar aan het sporten te krijgen, een hele jammerlijke keuze.
Als we in Zuidoost iets geleerd hebben dat is het dat professionalisering zeer wenselijk is. De directe ondersteuning van een buurtsportcoach of een verenigingsmanager is nodig voor de opbouw en continuïteit van het verenigingsleven. Positieve is dat het stadsdeel ambities heeft, er heel veel bewoners sportief zijn opgeleid met een LSR-cursus, veel bewoners willen sporten en bewegen, dat is een goede mix of je als sportaanbieder in te richten voor de toekomst. Vraagt wel een stuk regie om bewoners op te leiden en in en door te laten stromen.
Op woensdag 15 november organiseert het NOC*NSF tijdens de Nationale Sportvakbeurs een congres met als thema ‘Sportclub van de Toekomst’. Joop Alberda (gouden coach Olympische Spelen 1996) zal dan zijn visie geven op de sportclub van de Toekomst. We gaan zien waar we als Zuidoost al staan en wat het NOC*NSF nog nodig acht. Wordt vervolgd.
HPB