31 maart 2023
RVVB-onderzoek: helft verenigingen staat op omvallen

In het dagblad Trouw (31-03-2023) de weergave van een onderzoek dat door de RVVB (Register Voor Verenigingsbestuurders) is uitgevoerd onder ca. 800 bestuurders van sportverenigingen. De helft geeft aan te verwachten op (korte) termijn te moeten stoppen. Aanleiding voor het mogelijke stoppen is: geen aanwas van vrijwilligers (zeker bestuurders is een ding), financien, waaronder recent de toename van de energiekosten.

Onbekend is of verenigingen uit Zuidoost hebben meegedaan aan het onderzoek, wel in het tweede katern een vereniging uit Zuidoost met een schets van de problematiek.

Bron: www.trouw.nl (31-03-2023):

Door een stapeling van problemen vrezen talloze bestuurders van amateurverenigingen voor het voortbestaan van hun sportclub.Esther Scholten (30 maart 2023, 22:00)

Bestuurders van Nederlandse sportverenigingen vrezen voor de toekomst van hun club. Dat blijkt uit onderzoek dat vandaag openbaar wordt gemaakt, waarin bijna een kwart van de bevraagden denkt dat zijn of haar club niet zal overleven. Volgens het Register voor Verenigingsbestuurders (RVVB) zal binnen vijf jaar zelfs de helft van alle 22.600 amateurverenigingen in ernstige problemen verkeren.

Wat is er aan de hand? Op grote schaal raken clubkassen leeg, is er een nijpend tekort aan vrijwilligers en belemmert groeiende bureaucratie het bestuur. Voor een verdiepend onderzoek naar de toekomstbestendigheid van sportverenigingen heeft het RVVB met ongeveer 250 bestuurders gesproken.

Om de uitkomsten zo representatief mogelijk te laten zijn, is er in alle provincies een praatsessie gehouden waarbij steeds verschillende sporten waren vertegenwoordigd. Daarbovenop is er onder alle clubs een digitale enquête verspreid, die door ruim 850 besturen is ingevuld.

Structurele overbelasting

Van deze 1100 bestuurders ervaart meer dan de helft structurele overbelasting in hun werk voor de club. Zij zijn vooral druk met dagelijkse zorgen en het dichten van acute gaten in de begroting, vaak ten koste van de financiële reserves. Aan noodzakelijke investeringen voor de lange termijn komt men niet toe. Zo zegt 30 procent, ondanks de stijgende energiekosten, pas over vijf jaar de accommodatie te zullen verduurzamen, 22 procent is dat nooit van plan. En nadenken over innovatie van het sportaanbod? Geen tijd, terwijl dat belangrijk is om de terugloop in ledenaantallen onder met name jongeren te stoppen.

Meer dan de helft van alle ondervraagde bestuurders denkt stijgende kosten nog maximaal twee jaar op te kunnen vangen. Door de lockdowns tijdens de coronapandemie waren de reserves al geslonken. Volgens onderzoeker Daniël Klijn, al vijftien jaar adviseur van verenigingen, beseffen deze bestuurders niet of onvoldoende dat de vereniging technisch failliet is.

Een wake-upcall

Het RVVB hoopt dat de uitkomsten een wake-upcall zijn voor lokale overheden en het Rijk. Er is betere ondersteuning nodig om de verenigingsstructuur, zo typisch voor het Nederlandse sportlandschap, te behouden en de vrijwilligers het plezier in hun werk terug te geven. Van de ondervraagden geeft 69 procent aan problemen te ondervinden bij het werven van nieuwe bestuurders.

De afgelopen jaren heeft de overheid steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij de verenigingen neergelegd, zoals een veilig sportklimaat en maatschappelijke inzet. Als belangrijkste oorzaak voor de overbelasting wordt de complexiteit van subsidieaanvragen en wetgeving genoemd, met de bijbehorende hoeveelheid papierwerk. Voor vrijwilligersorganisaties als sportverenigingen zou een uitzondering gemaakt moeten worden, vindt het RVVB.

Ingewikkelde regels of een plezierig sportklimaat?

Komende woensdag is er in de Tweede Kamer een sportdebat. ­PvdA-Kamerlid Mohammed Mohandis, die de sportverenigingen het cement van de samenleving noemt, wil de bevindingen dan met de minister bespreken.

Klijn vindt dat Nederland zich moet afvragen waar de kostbare uren van de vrijwilligers aan besteed moeten worden. “Willen we dat bestuurders zich bezighouden met allerlei ingewikkelde subsidieaanvragen en regels, of hebben we liever een vereniging waar er tijd is om werk te maken van een veilig en plezierig sportklimaat?”

Uit onderzoek van het Register voor Verenigingsbestuurders blijkt dat de helft van alle bestuurders van sportverenigingen structureel overbelast is. Tegen welke problemen lopen zij in de praktijk aan? Esther Scholten (30 maart 2023, 22:00).

Zeker 26 uur in de week is Raymond Gelissen (52) bezig voor zijn cluppie, voetbalvereniging Sporting Heerlen. Het is geen baan. Hij is IC-verpleegkundige. Nee, dit is wat vrijwillig bestuurswerk bij een sportclub tegenwoordig vraagt. “Ik moet me met zoveel dingen bezighouden die niets met voetbal te maken hebben”, verzucht hij. “Eigenlijk doe ik aan bedrijfsvoering zonder dat ik daarvoor heb geleerd.”

Zijn vereniging ligt in een zogeheten achterstandswijk, Heerlen-Noord. Veel van de 465 leden hebben financiële problemen. Natuurlijk is het mooi, zegt Gelissen, dat de contributie van ongeveer 30 procent van de junioren door het Jeugdfonds Sport & Cultuur wordt betaald, een fonds dat gevuld wordt met geld van gemeenten en donateurs. Maar dat zorgt wel voor veel papieren rompslomp.

Ieder half jaar moeten de ouders op een formulier invullen dat ze het geld niet hebben voor een lidmaatschap. Maar de meesten begrijpen niet precies hoe dat moet. De laaggeletterdheid is relatief hoog in de wijk. Bovendien hebben veel leden een migratieachtergrond en beheerst niet iedereen het Nederlands even goed. Daarom helpt het bestuur. Gelissen: “Per kind zijn wij daar ongeveer een uur mee bezig. Ieder half jaar opnieuw.”

Het is een van de talloze voorbeelden die illustreren hoe verstikkend de bureaucratie soms voelt. Laatst nog, vertelt hij, kon iedere vereniging een subsidieaanvraag bij de gemeente indienen voor materialen, tot een maximum van 10.000 euro. Gelissen stelde meteen een lijst op met datgene wat Sporting Heerlen het hardste nodig heeft, inclusief in de winkel opgevraagde prijzen: twee goals, pionnen, hesjes, wedstrijdkleding en ballen.

Vervolgens werd hij om 9 uur ‘s ochtends op een doordeweekse dag voor een toelichting in het gemeentehuis verwacht. Dat is ook een ergernis, dat altijd alles binnen kantoortijden moet. Zelf heeft hij een onregelmatige baan, maar hoe vaak hebben andere bestuursleden niet een vrije dag moeten opnemen?

“Daar kreeg ik vragen als: waarom heb je nieuwe goals nodig? Zijn er niet nog oude ongebruikte? Verder legde de ambtenaar uit dat de subsidie niet voor ballen was bedoeld en dat gaatjes in kleding geen reden zijn om het te vervangen. Willen jullie nou helpen of niet, dacht ik. Uiteindelijk kregen we 5.500 euro, niet de gehoopte 10.000.”

Minder sponsors, minder kantineopbrengst

Financieel zijn er zorgen. De kosten nemen toe en de inkomsten af. Bedrijven zijn sinds de coronaperiode terughoudender met sponsoring en leden hebben steeds minder te besteden, merkt hij aan de kantine-opbrengsten. “Minder mensen blijven na de training of wedstrijd hangen, terwijl ons verdienmodel al niet overhoudt. In de stad kost een biertje 2,80 euro, bij ons 1,90 euro.”

Al maanden is hij bezig om achterstallige contributie te innen. De afgelopen twee jaar is 30 procent niet betaald. Ook de penningmeester is een vrijwilliger, benadrukt Gelissen. Er is niet altijd actie ondernomen na een stornering. Bovendien: wat doe je als een lid zegt het geld niet te hebben? “Je kan iemand wegsturen van de club, maar dan heb je weer te weinig spelers voor een team.”

Praktijk en theorie botsen vaak. Ook als het om de verduurzaming van de accommodatie gaat. “Wij hebben zonnepanelen, maar trainen vooral ‘s avonds. Dan schijnt er geen zon. Wij douchen vooral ‘s avonds. Dan schijnt er geen zon. De kantine is open in de avond. Dan schijnt er geen zon.” Reserves voor andere investeringen zijn er niet.

Soms voelt Gelissen zich moedeloos, ook omdat het werk met steeds minder vrijwilligers gedaan moet worden. “Maar we moeten proberen te overleven. In onze wijk zijn veel probleemjongeren. Die leren bij ons niet alleen voetballen, maar ook bepaalde sociale vaardigheden; de simpelste dingen als je aan de regels houden. Het maatschappelijk belang van sportverenigingen moet niet onderschat worden.”

Amsterdam Dynamics zoekt kundige vrijwilligers

Een sportvereniging kan anno 2023 niet meer zonder enige mate van professionele ondersteuning, is de overtuiging van Peter Hoitinga, voorzitter van hockeyvereniging Amsterdam Dynamics. “Sociale veiligheid? Duurzaamheid? Dat kun je niet voor 100 procent aan vrijwilligers overlaten. De eisen worden steeds strenger.”

Bovendien hebben vrijwilligers steeds minder tijd, als je ze al weet te vinden. Zijn vereniging is in 2020 opgericht om in Amsterdam-Zuidoost kinderen ook de mogelijkheid te geven om via het verenigingsleven te sporten. Idealistisch? Nee, zegt hij, noodzakelijk, gezien de toename van obesitas onder de jeugd. Om aansluiting te vinden bij ouders en de buurt organiseert hij nu Foody Friday. “Samen eten is hier belangrijk. Dus dat doen we nu één keer per maand op de club.”

Maar een verenigingsmanager blijft onontbeerlijk. Alleen wie betaalt dat? “De gemeente steunt ons met events in de buurt, maar wij hebben eigenlijk behoefte aan structurele ondersteuning.”