Afgelopen weken kleurde Nederland Oranje, samen waren we Oranje, wat gezegd wordt: sportend Oranje was de verbindende kracht van Nederland. Sport is belangrijk voor de fitheid, welbevinden en mentale gezondheid van de persoon, maar kent uiteraard ook maatschappelijke kracht. Met 34 medailles, waarvan 15 goud, hebben de deelnemers aan de Olympische Spelen een fantastisch resultaat behaald. Natuurlijk waren er verbeterpunten, maar zeker ook hoogtepunten. Voor Zuidoost was daar de superieure medaille van de 3×3 basketballers, met het geweldige eindschot van Worthy de Jong. Man uit en groot geworden in de Bijlmer. Een aantal jaren geleden was Worthy al eens special guest op het Sportcafé Zuidoost (met thema: Talentontwikkeling); recent was hij al even op het 3×3 basketbalveld in het Nelson Mandelapark, en ongetwijfeld binnenkort op een ander podium in Zuidoost Het succes van de topsport is een katalysator voor de breedtesport. En andersom: ontwikkeling van de breedtesport is een belangrijk punt om een fundament te leggen voor de topsport. Naast talent, discipline, coaching en tal van andere factoren is inspiratie van topsporters een bron voor deelname aan de breedtesport. Natuurlijk is niet voor iedereen topsport mogelijk, maar sporten en bewegen is een preventief middel voor een goede gezondheid en bovenal een middel om (sociale) verbinding in een vaak zo gepolariseerd land mogelijk te maken.
Er zijn kansen en bedreigingen. In de laatste categorie vallen aangekondigde (landelijke) bezuinigingen op sport en bewegen, al is dat volgens diverse politici nog geen feit. Concreet wordt de continuïteit van de buurtsportcoaches genoemd, Nederland kent momenteel ca. 6.000 coaches. Ooit in Zuidoost gestart (voor Amsterdam) als een pilot om jeugd van de basisscholen door te laten stromen naar de sportverenigingen, destijds in het model van de combifunctionaris. In de vervolgfase met de buurtsportcoaches kwam er enige afstand met sportverenigingen, werd de coach ingezet als organisator van sport- en beweegactiviteiten in de wijk. Deels vanwege de organisatiekracht bij de sportverenigingen (voldoende kader is nodig om de doorstroom van nieuwe leden op te nemen); deels omdat er een andere gemeentelijke visie kwam op de inzet van de buurtsportcoach. Waar de combifunctionaris een onderdeel was van de sportvereniging, is de buurtsportcoach actief op afstand van de sportverenigingen.
Op lokaal niveau zijn er al langere tijd bedreigingen voor de sportverenigingen: vrijwilligers, financiën, consumerende leden en recent is er steeds meer een gevecht om de (openbare) ruimte. De verdichting van de verstedelijking speelt een rol, ofwel: huizen voor sportaccommodaties. Eén van de redenen om op lokaal niveau sportakkoorden af te sluiten. Overigens staat het geld voor sportakkoorden, aldus het geruchtencircuit, ook onder druk.
Voor de besturen van sportclubs blijft het een strijd om het verenigingsmodel te continueren. Een model dat 100% gerelateerd is aan de sporten die binnen het NOC*NSF ondersteund worden, ofwel de deelnemers aan de Olympische Spelen. Olympische Spelen zijn nodig voor inspiratie van jonge sporters, maar vooral ook voor ieder mens die actief is met sport en bewegen, van jong tot oud. Iedereen in beweging houden is een gezamenlijk belang van alle partijen in het veld. Maar het begint vooral ook bij jezelf. Het is handig dat de overheid helpt, met buurtsportcoaches en sportakkoorden, liefst zo dicht mogelijk op de sportaanbieder. Faciliteren van sport- en beweegactiviteiten is prettig, maar een stukje zelfmotivatie is nodig. Motivatie die bij de Olympische sporters ruimschoots aanwezig was. Dank voor de inspiratie! Aan ons allen om hier de komende jaren iets mee te doen.